Hoe natuurlijk zitten en staan lichter wordt wanneer je je eigen systeem begrijpt
In mijn vorige blog ben ik ingegaan op de eerste grote misvatting over onze houding: het idee dat we onszelf moeten “optillen” tegen de zwaartekracht. In dit deel kijk ik naar de overige vier fabels die vaak maken dat we harder werken dan nodig, en ongemerkt spanning opbouwen in zitten of staan. Wanneer je begint te begrijpen hoe je lichaam vanuit zichzelf wil dragen en hoe je zo je houding kunt verbeteren, ontstaat er meer ruimte, meer gemak en vooral meer vertrouwen in je natuurlijke organisatie.
Veel mensen rekken zich op wanneer ze rechtop willen zitten of staan. Ze strekken zich langs de wervelkolom en duwen zich daardoor onbewust weg van de stoelzitting of de grond. Het voelt even actief en “goed”, maar het lichaam verstijft van binnen en kan niet meer soepel reageren op beweging.
Wanneer dit een gewoonte wordt, neem je die spierspanning vaak mee in alles wat je doet, ook als je rust, ligt of zelfs slaapt, wat je houding verbeteren behoorlijk in de weg kan zitten.
Als je leert vertrouwen op het dragende vermogen van je skelet, hoef je veel minder te doen. De spieren worden dan vrijer voor adem, beweging en balans. Rechtop zitten wordt lichter, natuurlijker en veel minder vermoeiend.
We hebben vaak het idee dat een houding statisch is: dat je pas “goed” zit wanneer je niet beweegt. Maar het bekken is juist gemaakt om dynamisch te zijn. Het wil kunnen rollen over de zitbotten naar voor en achter en subtiel van links naar rechts meebewegen.
Wanneer je dat bewegingsspel toelaat, krijgt je hele houding meer mogelijkheden en wordt houding verbeteren iets dat vanzelf ontstaat. Je gebruikt de spieren niet om jezelf vast te zetten, maar om te voelen waar je steun vindt. Je buik, je adem en de energie in je centrum helpen mee om het zitten levendig te maken. Zo ontstaat een houding die niet hard is, maar steeds verandert, net zoals de rest van jou.
De wervelkolom is veel verfijnder georganiseerd dan we vaak denken. Veel mensen stellen zich een platte plaat voor, omdat ze alleen de uitsteeksels kunnen voelen als ze liggen. In werkelijkheid rusten de wervels als een soepele toren op elkaar, gedragen door het bekken, waar het heiligbeen een onderdeel van is.
Wanneer je het bekken precies op zijn plek in de zitbotten laat rusten, stapelen de wervellichamen zich vanzelf. De voorzijde van de lendenwervels ligt zelfs diep in de buik, veel verder naar binnen dan de meeste mensen zich voorstellen.
Als je die ruimte kunt voelen, verandert je hele houding. Zitten wordt simpeler, voller en meer driedimensionaal. En staan is eigenlijk hetzelfde principe: zitten, maar dan op je benen. Ook staan kan zo moeiteloos aanvoelen, wanneer je skelet zijn werk mag doen en je jezelf meer ruimtelijk ervaart.
We hebben het allemaal geleerd: schouders naar achter, borst vooruit. Het voelt alsof je jezelf meer opstrekt, maar het is een misleidend gevoel. Je schouderbladen horen bij je armen, niet bij je romp. Ze geven je armen hun bewegingsvrijheid.
Wanneer je ze inzet om rechtop te zitten, hebben je armen minder ruimte om te bewegen. Veel mensen die dit jarenlang onbewust doen, krijgen schouderpijn omdat de spieren voortdurend tegen zichzelf in moeten werken. Het schoudergewricht blijft dan onder spanning staan.
Wanneer je deze gewoonte loslaat, komt er weer rust en soepelheid in je armen, je adem en je bovenlichaam. Je hoeft niet te duwen om rechtop te zijn; je hoeft alleen te voelen waar je lichaam zich wil laten dragen in het skelet.
Het ontrafelen van deze fabels laat zien dat rechtop zitten of staan geen inspannende taak hoeft te zijn. Het kan licht, vloeiend en vol mogelijkheden zijn. Dat is precies wat ik in mijn lessen laat voelen: hoe houding ontstaat wanneer spieren samenwerken met zwaartekracht, in plaats van ertegenin te gaan.
Vanuit dat ervaren zitten we anders, staan we anders, en bewegen we vanzelf lichter.
Laat me weten wat deze inzichten bij jou losmaken. Herken je sommige gewoonten? Heb je vragen over jouw manier van zitten of staan? Je kunt me altijd mailen.